Let's Get Fit - Zweten(d) voor de TV

In corona-tijd werd thuis sporten razend populair. De YouTube-video’s met oefeningen voor thuis kregen miljoenen views. Ook Nintendo had succes. Met Ring Fit Adventure hadden ze goud in handen en de pandemie zal daar zeker een rol in hebben gespeeld omdat we allemaal niet de sportschool in mochten. Nu is de corona-crisis zo goed als voorbij en mogen we weer gaan en staan waar we willen. Is een fitnessgame op de Switch dan nog wel nodig? Het is aan Let’s Get Fit om te bewijzen of thuis sporten werkt!

Laat ik beginnen met vertellen dat Let’s Get Fit geen game is. Het hoofddoel is het bieden van workouts voor thuis en dat doet het goed. Maar zoek je naar spelelementen zoals we dat kennen uit de minigames in Wii Fit, of laat staan een hele single player-RPG zoals in Ring Fit Adventure, dan ben je aan het verkeerde adres. Let’s Get Fit kent geen minigames, geen ontgrendelbare outfits, geen competitief element (op een online ranglijst en wat achievements na).

Meubels aan de kant!

Let’s Get Fit is een sportschool voor thuis. Vier verschillende coaches (twee dames en twee heren) begeleiden je op je weg naar een goddelijk lichaam. Allemaal hebben ze een eigen ruimte, die tijdens het doen van oefeningen langzaam transformeert van fitnesszaal naar iets anders. Zo verandert de ruimte van trainer Lucy geleidelijk in een zen-tuin. Tijdens het sporten moedigen ze je aan met goedbedoelde adviezen en one-liners, terwijl kreten als ‘Perfect!’ en ‘Phenomenal!’ je om de oren vliegen. Op een gegeven moment heb je echter alle zinnen wel een keer gehoord en slaat de herhaling toe. Ook grafisch is het geen spektakel, hoewel de modellen van de coaches er goed genoeg uitzien en je ook duidelijk ziet wat voor poses ze aannemen. Wat wel in orde is, is de soundtrack. Deze gaat van rustige lounge naar opzwepende beats naar stevige metal. Bij elke training zit een passende soundtrack, maar je kunt er ook voor kiezen om zelf je nummers uit te zoeken.

Maar dit zijn vooral randzaken, want zoals gezegd is Let’s Get Fit geen game maar een uitgebreide fitness-app. En op dat vlak doet Let’s Get Fit niets verkeerd. Je begint door wat persoonlijke info op te geven, zoals je gewicht. Dit gebruikt de game om te schatten hoeveel calorieën je gebruikt. Vervolgens kun je kiezen of je speelt met alleen de joy-cons, of dat je ook beschikt over de Sports Straps: houders waar je je joy-cons inschuift. Met deze Straps is de game nauwkeuriger, en zijn er meer oefeningen beschikbaar. Voor de review van deze titel kreeg ik de digitale versie, dus heb ik alleen kunnen spelen zonder Sports Straps.

Vervolgens is het aan jou om te kiezen waar je aan gaat werken. En daarvoor biedt Let’s Get Fit veel opties. Zo zijn er een hoop vooropgezette trainingen in de Free mode te spelen. Deze hebben labels mee als Strength, Balance, Cardio of Stretching, of een mix van deze. Bij elke training staat verder de tijdsduur en de intensiteit vermeld. Een intensiteit van één is goed te doen voor iedereen, maar bij hogere niveaus merk je dat er toch echt wat zweet over je rug begint te lopen!

Verder is het ook mogelijk om je eigen training te maken. Hierin kun je alles kiezen: welke lichaamsdelen je wilt trainen, op welk niveau je wilt starten, welke trainer je begeleidt en hoe lang je training moet duren. Je kunt zelfs aangeven of je last hebt van je schouders, rug of knieën, en dan worden er minder oefeningen gekozen die deze onderdelen belasten.

Stijf als een plank

Wil je liever een trainingsprogramma volgen, dan zijn er Programs. Dit zijn programma’s van dertig dagen waarin je een onderwerp kiest (bijvoorbeeld Abs and Glutes) en die elke dag een stapje verder gaan om je fit te krijgen op je gekozen onderwerp. Nuttig, want ik begon niet heel goed getraind aan dit spel dus ik kon wel wat rek- en strekoefeningen gebruiken! Je kunt wel maar één programma tegelijk volgen. Dit is jammer, want misschien wil je wel de ene dag een cardio-programma doen, en de dag erna je buikspieren trainen. Een trucje is om meerdere profielen aan te maken, maar het was handig geweest als je meerdere programma’s tegelijk zou kunnen doen.

Voor wie van een uitdaging houdt is er nog Challenge. Dit is een korte uitdaging die elke dag (dertig dagen lang) steeds zwaarder wordt. Zo liep er in mijn tijd met het spel een 2-Minute Plank Challenge. Elke dag moet je de Plank-houding iets langer aanhouden, totdat je aan de twee minuten zit. Eerlijk is eerlijk, ik vond het geen makkelijke en hield er trillende lichaamsdelen aan over!

Tijdens de sessies zie je je coach de oefeningen voordoen, en bij nieuwe oefeningen krijg je ook een korte uitleg hoe je ze moet doen. Een timer aan de linkerkant laat zien welke oefeningen komen, en hoe vaak je deze moet uitvoeren. Je bewegingen worden gemeten (als je niet de Sports Straps gebruikt) door de joy-con die je in je rechterhand houdt. Hoe nauwkeurig dit is valt moeilijk te zeggen. Je kunt het systeem makkelijk foppen, want door in het ritme je arm te bewegen denkt het spel al gauw dat je fanatiek mee aan het doen bent. Andersom krijg je soms te zien dat je fout zit, terwijl je toch echt wel in die beruchte Plank-houding ligt. Heel erg is dit niet, het doel is toch vooral de oefeningen te doen voor jezelf, en de punten tellen enkel mee voor de online ranking. Dus alleen als je daar heel veel waarde aan hecht is dit misschien een probleem.

In je eentje voor de buis

Wel een gemis is dat je enkel solo kunt fitnessen. Natuurlijk kan er iemand naast je staan om mee te doen, maar een echte 2-player modus ontbreekt. Dit is jammer, want samen sporten is leuk, plus het had makkelijk gekund om twee spelers tegelijk te laten bewegen. Een ander minpunt is dat je progressie wel wordt bijgehouden, maar de statistieken beperkt zijn. Het was mooi geweest als je wat meer inzage kreeg in je vooruitgang, bijvoorbeeld door vaker je gewicht op te geven. Dit neemt Let’s Get Fit allemaal niet mee, iets wat andere fitness-apps wel vaak doen.

Toch werd ik best fanatiek van Let’s Get Fit! De vele verschillende oefeningen, de mogelijkheid om programma’s te doen en de best complete lijst om alle delen van je lijf te trainen, maken dit een fijne app om te gebruiken. Ik merkte dat ik elke dag probeerde om toch even een kwartier tot een half uur te sporten. En in de twee weken dat ik Let’s Get Fit heb geprobeerd heb ik het idee dat ik al wat vooruit ben gegaan. Uiteraard mis je hier de echte hulpstukken van een sportschool zoals gewichten en apparaten, maar om thuis te oefenen is dit een hele fijne app. Maar ik ben geen fanatieke sporter en als je al geregeld sport of naar de sportschool gaat voegt Let’s Get Fit weinig toe. Om je basisconditite een beetje op te krikken is dit echter een prima oplossing.

Conclusie

Met Let’s Get Fit haal je geen game à la Ring Fit Adventure in huis. Let’s Get Fit heeft één doel en dat is je thuis fitness-oefeningen laten doen. Daarin slaagt de titel goed. Met veel verschillende trainingen, en de mogelijkheid om je eigen training of een dertig-dagen programma te doen, kun je op je eigen tempo en niveau aan de slag. Voor doorgewinterde sporters is dit te soft, maar voor starters valt er genoeg te halen. Grafisch is het allemaal niet zo spectaculair maar de oefeningen worden wel duidelijk uitgelegd en overgebracht door de digitale coaches. Wil je alles uit Let’s Get Fit halen, dan zul je moeten gaan voor de retail-versie waar de Sports Straps bijzitten.